Vogelwerkgroep Cinerea
Vogelwerkgroep Cinerea werd opgericht in 1999. Het doel van de werkgroep was en is het verzamelen van gegevens over de avifauna in de Denderstreek. Daarnaast willen we een platform zijn waar mensen met interesse in vogels in de regio elkaar kunnen ontmoeten. Iedereen in de Denderregio die graag naar vogels kijkt is welkom: gedreven of occasioneel, expert of beginner en alles wat daar tussenin zit. Vogelkijken moet plezierig zijn!
De vogelwerkgroep ontleent haar naam aan twee typische vogels uit de streek, de Blauwe Reiger (Ardea cinerea) en de Grote Gele Kwikstaart (Motacilla cinerea). De Denderstreek herbergt van oudsher enkele belangrijke populaties van deze soorten op landelijk niveau.
De doelstellingen van de vogelwerkgroep zijn tegelijk realistisch èn ambitieus. Realistisch betekent dat het niet de bedoeling is om een drukke en formele structuur op te zetten. Veel mensen zijn reeds actief binnen diverse Natuurpunt-afdelingen, als conservator van een reservaat enz. De tijd die mensen kunnen besteden aan een vogelwerkgroep is beperkt, en daarom is het niet de bedoeling om de werking van de werkgroep overdreven druk te gaan maken.
In de early days, van 1999 tot 2001, werden zes nieuwsbrieven gepubliceerd. Sindsdien gebeurt de communicatie digitaal.
Hoe kan je Cinerea volgen?
- Via onze email-groep (Google-group), een forum voor vogelnieuws in de Denderstreek.
De email-groep heeft als doel een laagdrempelig informatiekanaal te zijn voor vogelkijkers met interesse in wilde vogels in de Denderstreek. Activiteiten worden langs die weg worden aangekondigd. Verder kunnen er vragen worden gesteld over vogels in de Denderregio.
Wil je lid worden van de email-groep? Stuur gewoon een mailtje naar iemand van het bestuur. Het is geen open groep waar iedereen zomaar bij kan, dus we zijn een beetje selectief. Iedereen met een gezonde interesse in wilde vogels in de Denderstreek is van harte welkom. Leek of kenner of alles ertussenin: maakt niet uit! Zo lang je maar die interesse hebt!
- Via onze Facebookpagina op naam van ‘Vogelwerkgroep Cinerea / Roofvogel- en Uilenwerkgroep Denderstreek’.
- We houden halfjaarlijks (als er geen pandemie in de weg zit, teminste…) een bijeenkomst (eenmaal in het voorjaar, eenmaal in het najaar). Hier bespreken we voorbije waarnemingen en resultaten van projecten, leggen we uitstapjes en andere activiteiten vast, en eindigen we met een meer ludieke activiteit. De vergaderingen worden aangekondigd via de e-groep en via de Facebookpagina.
Projecten Cinerea
Projecten
Centraal in de werking van de vogelwerkgroep staat het meewerken aan allerhande telprojecten. De meeste van die projecten worden georganiseerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en door Natuurpunt Studie. Het doel van die projecten is het verzamelen van gegevens omtrent het voorkomen van vogels in Vlaanderen.
Zin om te doen aan één van deze projecten? Hulp is altijd welkom! Neem contact op met Wouter Faveyts.
Broedvogelprojecten
· Vogelatlas – onderdeel broedvogels
In de periode 2020-2023 wordt in heel Vlaanderen veldwerk gedaan voor een nieuwe Vlaamse vogelatlas. Het onderzoek richt zich zowel op het voorkomen van broedvogels als overwinterende vogels. Het atlasonderzoek wordt georganiseerd op basis van zogenaamde atlashokken: vierkante hokken van 5 x 5 kilometer (25 km²) waarin op gestandaardiseerde wijze twee type van onderzoek worden uitgevoerd: een kilometerhokonderzoek in een vooraf geselecteerd grid van acht kilometerhokken (vierkant van 1 x 1 kilometer) en een aanvullend onderzoek voor het hele atlashok.
Voor broedvogels is de nieuwe atlas een vervolg op de vorige Vlaamse broedvogelatlas uit 2004, waarvoor het veldwerk werd uitgevoerd in de periode 2000-2002. Een grootschalig atlasproject is heel belangrijk om een grondige stand van zaken te kunnen opmaken over de staat van onze avifauna.
Het atlasproject wordt gezamenlijk georganiseerd door het INBO en Natuurpunt Studie. Meer informatie over de Vlaamse atlas is hier te vinden: https://www.vogelatlas.be/
· Algemene Broedvogels (ABV)
Het ABV-project is een project waarbij op gestandaardiseerde wijze algemene broedvogelsoorten worden opgevolgd. Het onderzoek gebeurt op basis van punttellingen in vooraf geselecteerde kilometerhokken.
Dit is een zeer nuttig project om op een eenvoudige wijze een idee te krijgen van het voorkomen en de evolutie van vrijwel alle algemene broedvogelsoorten in Vlaanderen in het algemeen en de streek in het bijzonder. Het is dan ook sterk aanbevolen dit project te blijven opvolgen. Het op gestandaardiseerde wijze tellen van (broed)vogels is heel belangrijk. Dit project bestaat in Vlaanderen sedert 2007, en is van af het begin mee opgevolgd door onze vogelwerkgroep.
Het ABV-project wordt gezamenlijk georganiseerd door het INBO en Natuurpunt Studie. Meer info over het ABV-project is hier te vinden: https://www.natuurpunt.be/pagina/algemene-broedvogels-vlaanderen
· Bijzondere Broedvogels Vlaanderen (BBV)
Het BBV-project is een project op Vlaams niveau waarbij een aantal bijzondere broedvogelsoorten worden opgevolgd: zeldzame broedvogels, koloniebroedvogels en uitheemse broedvogels.
In het kader hiervan worden sedert 1994 gegevens verzameld over het broedvoorkomen van een reeks zogenaamde ‘bijzondere broedvogels’ in Vlaanderen. De vogelwerkgroep werkt hier al van bijna in het begin aan mee.
Het BBV-project wordt gezamenlijk georganiseerd door het INBO en Natuurpunt Studie. Meer info over het BBV-project is hier te vinden:
https://www.natuurpunt.be/pagina/bijzondere-broedvogels-vlaanderen
De bijzondere broedvogels worden ingedeeld in drie categorieën: koloniebroeders (vb. Blauwe reiger), zeldzame broedvogels (vb. Slechtvalk) en exoten (vb. Canadese gans). In totaal gaat het om een 70-tal soorten voor heel Vlaanderen. In de mate van het mogelijke wordt getracht jaarlijks een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de Vlaamse broedpopulatie van deze vogels. Het aantal soorten uit deze BBV-lijst dat hier in de Denderregio voorkomt is eerder beperkt en daarom heeft de vogelwerkgroep er een reeks regionaal zeldzame en schaarse soorten aan toegevoegd. Deze lijst noemen we de BBV-plus soorten. De BBV-soorten en de BBV-plus soorten samen zijn goed voor ruim 50 soorten. Dit is te veel om jaarlijks te inventariseren. Aangezien we met weinig tellers zijn voor een gebied van ca. 500km² is het onmogelijk om voor al deze niet-jaarlijkse soorten een gebiedsdekkende inventatisatie uit te voeren. Daarom hebben we de soorten opgedeeld in jaarlijks te tellen soorten en niet-jaarlijks te tellen soorten. Jaarlijkse soorten zijn alle soorten uit de BBV en BBV-plus lijst met <20 broedparen. Deze worden in principe volledig geteld in de volledige regio. De niet-jaarlijkse soorten zijn, omwille van hun aantal en hun minder “precaire situatie” opgedeeld in drie groepen gebaseerd op het biotooptype: akker/ruigte soorten, water gebonden soorten en bossoorten. Zij worden in een driejaarlijkse cyclus geïnventariseerd. Eens om de drie jaar worden niet-jaarlijkse soorten steekproefgewijs geteld in enkele geschikte gebieden (5-10 per soort, vaak overlappend voor meerdere soorten), verspreid over de regio. Per gebied is er een verantwoordelijke teller die een minimum aantal bezoeken (2-3) in het broedseizoen garandeert. Aan elke driejaarlijkse soortgroep zijn telkens 1-2 algemene ‘controlesoorten’ toegevoegd (in de tabel hieronder zichtbaar door het *-teken achter de soortnaam). Het toevoegen van deze controlesoorten heeft een dubbel doel. In de eerste plaats willen we hiermee het telwerk interessanter maken voor de teller. Door een frequent voorkomende soort te voorzien, die vrijwel zeker met meerdere paren/territoria voorkomt in het telgebied, zal de teller sowieso één en ander te noteren hebben, want misschien niet het geval is als alleen de echt schaarse soorten moeten worden opgespoord. Bovendien zal de teller gemotiveerd worden om het gebied grondiger te doorzoeken (waarbij ook de andere soorten uit de soortengroep zullen boven water komen). In de tweede plaats levert het toevoegen van deze controlesoorten ook gewoon extra informatie op over die controlesoorten zelf.
In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van alle BBV-soorten en BBV-plus-soorten (jaarlijkse en niet-jaarlijkse, met deze laatste de indeling in akker/ruigte-, water- en bossoorten). In de lijst van BBV-soorten zijn alle soorten opgenomen waarvan de voorbije 20 jaar broedgevallen of territoria zijn vastgesteld in de regio. Soms was dat slechts een eenmalige gebeurtenis; niet alle BBV-soorten zijn een jaarlijkse broedvogel. De BBV-soorten die jaarlijks of tenminste om de paar jaar broedend of broedverdacht zijn worden gevolgd door een aanduiding (J) achter de soortnaam. Het *-teken achter de soortnaam geeft de controlesoorten aan bij de driejaarlijkse inventarisatie van bepaalde schaarse soorten.
Jaarlijks |
Niet-jaarlijks |
|||
BBV |
BBV plus (<20 bp) |
Ruigte/Akker |
Water |
Bos |
Ooievaar (J) |
Dodaars |
Boomvalk |
Fuut |
Boomklever |
Aalscholver |
Bergeend |
Kievit |
Kuifeend |
Glanskop |
Woudaapje |
Krakeend |
Veldleeuwerik |
IJsvogel |
Vuurgoudhaan |
Blauwe Reiger (J) |
Slobeend |
Gele Kwikstaart |
Grote Gele Kwik |
Zanglijster* |
Knobbelzwaan |
Wintertaling |
Spotvogel |
Blauwborst |
|
Grauwe Gans (J) |
Tafeleend |
Braamsluiper |
Sprinkhaanzanger |
|
Zomertaling (J) |
Waterral |
Gekraagde Roodstaart |
Rietgors |
|
Wespendief (J) |
Kwartel |
Wielewaal |
Kleine Karekiet* |
|
Havik (J) |
Houtsnip |
Matkop |
Bosrietzanger* |
|
Slechtvalk (J) |
Scholekster |
Geelgors |
|
|
Kwartelkoning |
Grutto |
Grasmus* |
|
|
Porseleinhoen |
Visdief |
|
||
Kleine Plevier (J) |
Zomertortel |
|
|
|
Visdief |
Zwarte Specht |
|
|
|
Middelste Bonte Specht (J) |
Graspieper |
|
|
|
Engelse Kwikstaart (J) |
Nachtegaal |
|
|
|
Rouwkwikstaart |
Roodborsttapuit |
|
|
|
Cetti’s Zanger (J) |
Rietzanger |
|
|
|
Roek |
Fluiter |
|
|
|
Orpheusspotvogel (J) |
Kuifmees |
|
|
|
Europese Kanarie |
Zwarte Mees |
|
|
|
Grauwe Gors |
Goudvink |
|
|
|
Canadese Gans (J) |
Appelvink |
|
|
|
|
|
|
|
|
Brandgans (J) |
|
|
|
|
Nijlgans (J) |
|
|
|
|
Casarca |
|
|
|
|
Mandarijneend (J) |
|
|
|
|
Halsbandparkiet (J) |
|
|
|
|
· Steenuilenwerkgroep Groot- Aalst
De Steenuilenwerkgroep Groot- Aalst is actief in Aalst en de deelgemeenten Gijzegem, Hofstade, Baardegem, Herdersem, Meldert, Moorsel, Erembodegem en Nieuwerkerken.
Een team van vrijwilligers houdt zich bezig met het inventariseren van de steenuilen. Daarnaast wordt samen met landbouwers gezorgd voor een gezonde leefomgeving, door bijvoorbeeld het aanplanten van knotwilgen of fruitbomen, en door het plaatsen an nestkasten.
· SOS Kievit Herzele en Sint-Lievens-Houtem
Van begin maart tot begin juli worden broedende kieviten in het gebied Oudeheerakkers, op de grens van Herzele en Sint-Lievens-Houtem, opgevolgd door vrijwilligers van Natuurpunt Herzele en Sint-Lievens-Houtem. Er wordt gefocust op het vinden van nesten en de bescherming van nesten en kuikens op akkers. Samen met landbouwers en een dronepiloot worden de nesten gemarkeerd en uitgespaard. Waar nodig worden ze verlegd zodat het voor de boer mogelijk is om grondkerende bewerkingen uit te voeren. Onderzoek van het INBO wijst uit dat het nestsucces zonder dergelijke bescherming amper 34% bedraagt. Om een gezonde populatie te kunnen behouden is 60% nestsucces noodzakelijk. Dankzij nestbescherming wordt deze kaap gehaald. Er is bovendien minstens één vliegvlug jong per nest nodig om de populatie (lokaal) op te krikken.
Niet-broedvogel-projecten
· Vogelatlas – onderdeel overwinterende vogels
In de periode 2020-2023 wordt in heel Vlaanderen veldwerk gedaan voor een nieuwe Vlaamse vogelatlas. Het onderzoek richt zich zowel op het voorkomen van broedvogels als overwinterende vogels.
Het atlasonderzoek wordt georganiseerd op basis van zogenaamde atlashokken: vierkante hokken van 5 x 5 kilometer (25 km²) waarin op gestandaardiseerde wijze twee type van onderzoek worden uitgevoerd: een kilometerhokonderzoek in een vooraf geselecteerd grid van acht kilometerhokken (vierkant van 1 x 1 kilometer) en een aanvullend onderzoek voor het hele atlashok.
Voor broedvogels is de nieuwe atlas een vervolg op de vorige Vlaamse broedvogelatlas uit 2004, waarvoor het veldwerk werd uitgevoerd in de periode 2000-2002, maar voor overwinterende vogels gaat het over het eerste volwaardige atlasproject waarin het voorkomen van overwinterende vogels in Vlaanderen op systematische wijze wordt onderzocht.
Het atlasproject wordt gezamenlijk georganiseerd door het INBO en Natuurpunt Studie. Meer informatie over de Vlaamse atlas is hier te vinden: https://www.vogelatlas.be/
· Watervogeltellingen
Sinds de winter 1979-1980 worden in Vlaanderen elke winter zes midmaandelijkse tellingen georganiseerd, in de periode oktober-maart, telkens in het weekend dat het dichtst bij de 15de dag van de maand ligt. Bij elke telling worden zoveel mogelijk gebieden bezocht die van belang zijn voor watervogels. De Dendervallei is niet zo rijk aan waterrijke gebieden waar veel watervogels voorkomen, maar de voornaamste gebieden worden wel geteld.
Het atlasproject wordt gezamenlijk georganiseerd door het INBO en Natuurpunt Studie. Meer informatie is hier te vinden: https://www.natuurpunt.be/pagina/watervogeltellingen
· Punt-transecttellingen (PTT)
Dit is een project op Vlaams niveau waarbij op gestandaardiseerde wijze (punttellingen in door de tellers zelf geselecteerde telroutes) algemene soorten wintergasten worden opgevolgd.
Dit is een zeer nuttig project om op een eenvoudige wijze een idee te krijgen van het voorkomen en de evolutie van vrijwel alle algemene wintervogelsoorten in Vlaanderen in het algemeen en de streek in het bijzonder. Het is dan ook sterk aanbevolen dit project te blijven opvolgen. Dit is een bijzonder laagdrempelig project en zeer geschikt voor beginnend vogelkijkers.
Het PTT-project wordt gezamenlijk georganiseerd door Natuurpunt Studie. Meer informatie is hier te vinden: https://www.natuurpunt.be/pagina/punt-transect-telling-ptt
· Akkervogeltellingen
Op een aantal plaatsen, met name in het uiterste zuiden van de regio, worden in de winter een aantal gebieden geteld waar in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij maatregelen worden genomen voor overwinterende akkervogels.
· Ringwerk
In de regio zijn een aantal vogelringers actief. In het kader van dit onderzoek worden vogels op verschillende wijzen gevangen om te worden voorzien van een wetenschappelijke ring aan de poot. Vervolgens worden ze weer vrijgelaten. Dankzij het unieke nummer op de ring zijn de vogels de rest van hun leven individueel herkenbaar. Terugmeldingen van geringde vogels leveren heel veel nuttige informatie op over het leven van vogels. In tegenstelling tot de andere projecten kan je zelf niet zo maar vogels ringen. Om te mogen ringen moet een ringer zich aansluiten bij het netwerk van Belgische ringers en examens afnemen. Pas dan kan een ringer in aanmerking komen voor een speciale wettelijke afwijking van de overheid die toelaat om vogels te vangen en te ringen.
Het wetenschappelijk ringwerk van vogels wordt georganiseerd door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). Meer informatie is hier te vinden: https://odnature.naturalsciences.be/bebirds/nl/
Waarnemingen en werkingsgebied Cinerea
Regionale waarnemingen
Vogelwaarnemingen uit de streek kan je bekijken op onze eigen regionale pagina van de website www.waarnemingen.be : https://denderstreek.waarnemingen.be/ .
De nationale en de regionale websites hebben dezelfde structuur. Alleen toont de regionale site alleen de regionale waarnemingen uit ons werkingsgebied. Je moet geen aparte account te hebben voor elke site en je hoeft niet apart in te loggen: met dezelfde account kan je gewoon beide sites bekijken en gebruiken. Handig!
Werkingsgebied Denderstreek
De Dender vormt de rode draad in het werkingsgebied van de vogelwerkgroep. We zijn actief in het zuidoostelijk deel van de provincie Oost-Vlaanderen, met een paar uitbreidingen op het grondgebied van de provincie Vlaams-Brabant.
Het werkingsgebied van de vogelwerkgroep beslaat traditioneel de hele Denderregio, van Dendermonde in het noorden tot Geraardsbergen in het zuiden. Dit komt grosso modo overeen met het werkingsgebied van de Natuurpunt-afdelingen die deel uitmaken van de Dendriet-koepel.
Concreet wordt het actieterrein gevormd door de volgende (deel)gemeenten, min of meer opgesomd van noord naar zuid: Dendermonde, Lebbeke, Aalst, Lede, Erpe-Mere, Denderleeuw, Liedekerke, Teralfene (Affligem), Sint-Lievens-Houtem, Haaltert, Herzele, Ninove, Roosdaal, Geraardsbergen, Deftinge & Hemelveerdegem (Lierde), Everbeek (Brakel), Galmaarden en Bever.