Overzicht

De bever is het grootste knaagdier van Europa. De soort is vooral bekend om zijn zelfgebouwde dammen en zijn afgeplatte staart.

De biefstukzwam lijkt op een rauwe biefstuk en er komt een rood sap uit. Het is een parasiet die aan de voet van eiken is te vinden in de herfst. 

De blauwborst is met zijn felblauwe keel en borst (bij de mannetjes) erg exotisch gekleurd. Je vindt de blauwborst vooral in moerasbosjes en ruige rietvelden.

De blauwe ertsbij is een kleine bij die vrij algemeen is, maar toch moeilijk te vinden is door haar onopvallende uiterlijk. Ze nestelt bij voorkeur op zonnige plaatsen in holle braamstengels.

Het bont zandoogje is een vlindersoort die veel voorkomt. Deze vlinder staat bekend om zijn kenmerkende gevlekte vleugels, die lijken op de structuur van boomschors.

De bonte vliegenvanger is een zwart-witte zangvogel die graag in nestkasten broedt. De soort brengt veel tijd door in de boomkruinen. Vanaf een zitpost maakt hij korte vluchten achter vliegende insecten aan.

Mannetjes en vrouwtjes van de boomhommel lijken sterk op elkaar.  Mannetjes hebben vaak een bruine kopbeharing en ook bruine beharing op het eerste achterlijfssegment. De boomhommel lijkt sterk aangetrokken tot menselijke habitats. Het is dan een ook soort die vaak in parken en tuinen aangetroffen wordt.

De boomklever is een opvallend gekleurde bosvogel. Hij beweegt zich schokkerig, maar uiterst behendig over de stam van de boom. Het is de enige inheemse vogel die zowel naar boven als naar beneden kan klimmen.