Afbeelding
Jan Severeyns

Vogeltrek bereikt zaterdag orgelpunt

29 sep 2016
Categorieën
Natuurbericht

Een van de meest spectaculaire natuurfenomenen die we in Vlaanderen kunnen zien, nadert z’n hoogtepunt: de najaarstrek van vogels. Ons luchtruim wordt momenteel doorkruist door miljoenen trekvogels en ook zeldzame soorten kunnen opduiken. Op 1  oktober wordt het fenomeen in kaart gebracht. Vrijwilligers tellen dan overtrekkende vogels in minstens 36 landen in Europa en Centraal-Azië tijdens de 16de editie van EuroBirdwatch.

In oktober piekt de vogeltrek. Ganzen, Kieviten, Goudplevieren, Buizerds en vele andere trekvogels kan je dan massaal waarnemen. Maar het is vooral de trek van zangvogels die van de najaarstrek een belevenis maakt. Spreeuwen, Vinken, Kepen, Sijzen, Veldleeuweriken, Graspiepers en Koperwieken trekken met duizenden tegelijk over. En dezer dagen is er altijd kans op schaarsere soorten  als Beflijsters, Strandleeuweriken, Kruisbekken of Klapeksters. 

Elke vogelsoort heeft zo z’n eigen trekgewoontes. In groepen of individueel, ’s nachts of juist overdag. Zo trekken de Koperwieken vooral ’s nachts, maar gaan ze de eerste ochtenduren nog wel een paar uur door tot ze een plek met veel bessen bereiken. Vinken zijn dan weer dagtrekkers en reizen in brede groepen. Spreeuwen tot slot, trekken ook overdag, maar dan wel met een sterke voorkeur voor de vroege ochtend. En ook de bestemming is voor alle vogels verschillend. Van de kleinere zangvogeltjes trekken de Zwartkoppen en de Tjiftjaffen meestal niet verder dan Zuid-Europa, terwijl de Fitis, Tuinfluiter en Kleine karekiet tot ver in Afrika vliegen.

Hoewel het weer de grootste invloed heeft op de aantallen trekvogels die je te zien krijgt (bij een stevige zuidwesten- tot zuidoostenwind vliegen vogels vaak lager en zijn ze beter te zien), is ook de plek waar je staat van cruciaal belang. Een hoge plek met vrij uitzicht is ideaal. Bovendien maken vogels vaak gebruik van elementen in het landschap (riviervalleien, de kustlijn) om zich te oriënteren.  Daarnaast worden verschillende natuurgebieden door de trekkende vogels gebruikt als tankstation, waar ze voedsel kunnen vinden voor ze hun tocht naar het zuiden kunnen verderzetten. De beste uitkijkpunten liggen vlak bij die plekken en routes.

Tijdens de jaarlijkse simultaantelling EuroBirdwatch trekken tienduizenden vogelaars in heel Europa eropuit om zoveel mogelijk vogels te zien en te tellen. Die gegevens van duizenden vrijwilligers leveren een schat aan gegevens op voor onderzoek. 

Het opzet van Eurobirdwatch is daarnaast ook om het bewustzijn rond de vogeltrek en de noden van vogels in hun broed-, doortrek- en overwinteringsgebieden te doen groeien. Voor trekvogels zijn het bestaan van geschikte broedgebieden in het noorden, het beschermen van de nodige rustplaatsen onderweg, een veilige doortocht én geschikte overwinteringshabitats stuk voor stuk van vitaal belang.

In totaal gaat het om honderden telactiviteiten waarvan de resultaten in de loop van zondag doorgegeven worden aan BirdLife. Vorig jaar namen 41 landen deel met 1093 activiteiten, meer dan 32.000 deelnemers en meer dan 5 miljoen getelde vogels.

Om alle soorten te herkennen gebruiken trektellers niet alleen het verenkleed, maar ook de roep van de vogels, het silhouet en de manier van vliegen. Dat is niet altijd even eenvoudig. Om het onder de knie te krijgen, organiseert Natuurpunt CVN geregeld trekvogelcursussen. Een vrijwilliger van  Natuurstudiegroep Dijleland stelde zelfs een online leermodule samen om trektellen vanachter je pc te oefenen.

In Vlaanderen wordt zaterdag 1 oktober op minstens 40 locaties meegeteld: onder andere aan het Fort van Bornem, in de Hobokense polder, op het plateau van Leefdaal, op de mijnterril in Heusden-Zolder, in Averbode Bos & Hei, op de Baaigemkouter in Munte  en op de Geitenberg in Kooigem.

De vogeltrek op de voet volgen kan via www.trektellen.org. Maandag volgen de resultaten van het telweekend. Meer informatie op http://eurobirdwatch.eu/.

Tekst: Koen Leysen, Natuurpunt CVN
Foto: Jan Severeyns