Zondagmiddag kwamen een 12-tal deelnemers aan de jaarlijkse vogelwandeling in Trichelbroek samen aan de Bavo-kapel in Eindhout
Onze gids Herman Berghmans (wie anders) zou ons gedurende een 2,5-tal uren doorheen het gebied begeleiden met als hoofddoel het spotten van watervogels. Uit eigen ervaring weet ik dat het spotten van watervogels hier vooral gebeurt vanuit de vogelkijkhut aan de vijver van Trichelbroek. En velen onder jullie weten ook dat die vogelkijkhut dikwijls moeilijk te bereiken is wegens wateroverlast.
Het kwam dan ook niet als een totale verrassing dat Herman aankondigde dat de vogelkijkhut niet op het programma stond wegens onbereikbaarheid door de hoge waterstand. Een alternatieve weg zou ons aan de achterkant van de vijver brengen zodat we toch watervogels door onze verrekijkers konden waarnemen.
Via de bedding van de Hoefkensloop en een mooi aangelegd plankenpad kwamen we op de Blaardonk. Langs het modderig pad kwamen de eerste bloemen van het Speenkruid piepen, een voorbode voor de nakende lente. Er werd even haltgehouden om meer uitleg te geven over de op til zijnde aanplantingen van allerlei soorten boompjes op een aanpalende weide.
Even verder sloegen we links af richting de vijver. Hier passeerden we de kolonie Blauwe Reigers die hier al jaren broedt in een klein lorkenbosje. Enkele nesten waren al bezet, dat konden we met de verrekijker gemakkelijk waarnemen.

Aan de vijver aangekomen bleek dat laarzen geen overbodige luxe waren. Er was heel wat beweging op en boven het water. Normaliter zitten wij in de vogelkijkhut aan de andere kant van de vijver en de vogels aan deze kant. Nu was het juist omgekeerd en dat bracht het nodige tumult met zich mee.
In de lucht wervelde een vlucht Wintertalings gevolgd door een vlucht Slobeenden. Meestal zitten deze vogels rustig op het water te dobberen, nu waren zij waarschijnlijk opgeschrikt door onze aanwezigheid. Ikzelf was aangenaam verrast. Slobeenden zie je niet zo vaak in vogelvlucht.

Ook gespot werden Krakeenden, Kuifeenden, Fuiten en Zwanen. Smienten die, volgens Herman een paar dagen geleden massaal aanwezig waren, gaven niet thuis.
Na een half uurtje trokken we verder richting de Grote Laak. Onderweg werd ons door Herman gewezen op de aanwezigheid van een Indische Gans, een exoot die waarschijnlijk ergens ooit uit een park of volière ontsnapt is en hier te midden van een groepje Grauwe Ganzen in een weide lag te rusten.


Via de nieuw aangelegde brug over de Grote Laak staken we over naar het natuurgebied Varendonk. (“donk” staat voor een hoger, dus droger, gebied) en we lieten de slijk en modder achter ons om even halt te houden bij het mooie Meiven. Dit ven staat bekend voor zijn prachtige libellen die je elk jaar kunt bewonderen tijdens de libelwandeling van onze afdeling Natuurpunt Laakdal.

Verderop in een kleine weide werden al de eerste zandbijen gespot. Hun nesten bestaan uit korte holen met een enkele kamer. Op de bodem leggen ze hun prooien die als voedsel dienen voor hun larven. De beestjes waren nog niet heel actief want ze lieten zich gemakkelijk vangen en bewonderen.
Verder in Varendonk ontdekten we ook het eerste perkje met bosanemonen, wat elk jaar opnieuw een aangename ervaring is. De lente is echt niet meer veraf.

We staken opnieuw de brug over de Grote Laak over en vervolgden de rivier stroomopwaarts naar de monding van de Kleine Laak in zijn grotere broer. Geregeld werden er sporen van bevers aangetroffen. Vanwege de hoge waterstand zijn deze dieren nog niet erg actief. Er blijft immers weinig over om onder water te zetten.
In de verte konden we nog een eenzame reebok zien grazen en daar was de Bavo kapel al. Einde van een mooie wandeling. We bedankten Herman en ieder ging zijn eigen weg, naar huis of misschien naar de dichtsbijgelegen café.
Tekst en foto’s: Georges Aerts
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief