De tuineigenaar of opmerkzame wandelaar is het wellicht al opgevallen: overal verschijnen de laatste tijd molshopen. Wat is er aan de hand? Is er sprake van een mollenplaag? Of is er een andere reden waarom er nu molshopen verschijnen? We verklaren het fenomeen en geven meteen ook mee hoe je op een diervriendelijke manier vermijdt dat er kale plekken in je gazon komen.
Molshopen - de nachtmerrie voor de gazonliefhebber
De hoopjes aarde die mollen opwerpen zijn menig gazonliefhebber een doorn in het oog. De bergjes klinken in, verstikken het gras en vormen kale plekken. De (robot)grasmaaier geraakt er niet over en het gras wordt niet meer netjes gemaaid. Anderzijds wordt de natuur uit steeds meer tuinen geweerd. De trends om tuinen - goed voor 10% van de Vlaamse oppervlakte - te verharden met kiezels of kunstgazon op stabilisé zijn nefast voor de biodiversiteit. Kunnen we gazonliefhebber en natuur in de tuin toch verzoenen? Met een beetje kennis van de levenswijze van de mol is dat prima mogelijk!
Wanneer en waarom maken mollen hopen?
In de winter is het gras kort en zien we molshopen beter, maar er is een extra reden waarom we nu meer molshopen zien verschijnen. Het regent veel, het grondwater komt hoger en een deel van het gangenstelsel van de mol komt onder water te staan. Dan graaft hij gangen bij in drogere stukken, want hij heeft een gangenstelsel van een bepaalde lengte nodig om genoeg eten te vinden.
De mol is een insecteneter en in tegenstelling tot de woelrat graaft hij niet naar eten. Hij graaft (na het verlaten van het gangenstelsel van de moeder) één keer zijn eigen gangenstelsel uit en gebruikt dan die gangen als supermarkt. Op de tast jaagt hij aan snelheden tot 7 km/u door de gangen op regenwormen, insectenlarven en ander lekkers dat in zijn gangen valt. De aarde die hij kwijt moet bij het uitbouwen van zijn gangenstelsel brengt hij in zijgangen naar de oppervlakte. Zo ontstaan de bekende molshopen. Als een deel van de gang beschadigd geraakt of onbruikbaar wordt, door bv stijgend grondwater of een molshoop die ingetrapt wordt, dan graaft hij nieuwe gangen bij.
Wat gebeurt er als je de mol doodt?
In een gemiddelde tuin leeft er maar één mol. Mollen leven solitair en territoriaal: ze verdedigen hun gangenstelsel tegen soortgenoten. Ze hebben een gangenstelsel van een bepaalde lengte nodig om voldoende eten te vinden. In rijke grond zoals weilanden, tuinen en bossen leeft er één mol per 400 vierkante meter, de grootte van een gemiddelde tuin. In grond met minder leven in de bodem zoals duinen gaat dat tot 5000 vierkante meter. Dood je de mol in je tuin, dan wordt het gangenstelsel niet meer verdedigd en gewoonlijk binnen de 24u ingenomen of verdeeld onder de mollen van de aangrenzende territoria. Vang je ook die mollen weg, dan duurt het wat langer voor het weer ingenomen wordt. De nieuwe mol zal dan vervallen gangen moeten herstellen. Gevolg: je blijft moeite doen om te vangen én er blijven geregeld opnieuw molshopen verschijnen.
Wat doe je best niet?
Van de middeltjes uit grootmoeders keuken zijn knoflookteentjes, peper en zout, pindanoten en mensendrollen in een molshoop steken qua originaliteit het vermelden waard. Andere ‘aangeraden’ middelen als strychnine, zwavelrookbommen en calciumcarbid zijn minder onschuldig. Ook winkelrekken liggen vol met apparaten als ‘molblasters’, klemmen en diverse geurstoffen. Je kan het zo gek niet bedenken of het middel werd al tegen de mol ingezet. Buiten alle proporties, duur en weinig efficiënt. De meeste van die middelen werken slechts gedurende een korte periode, sommige zijn gevaarlijk voor mens en milieu, maar het is vooral geen duurzame oplossing: elk vrijgekomen territorium wordt doorgaans snel ingenomen door een nieuwe mol.
Hoe kunnen we dan (zonder last) samenleven met de mol?
In de korte periode dat de mol zijn gangenstelsel uitbouwt (of dat van een vorige ‘renoveert’), kun je kort na het verschijnen van de molshopen, de aarde verspreiden over het gras.
Zo ontstaan er geen kale plekken in het gras en zie je er na de eerste regenbui niets meer van. De mollengang blijft intact en er verschijnen dus voor lange tijd geen nieuwe molshopen. Mens en mol tevreden.
Of doe mee aan de actie Maai mei niet en laat je gras wat langer groeien. Je ziet de molshopen niet meer en je helpt niet alleen de mol, maar ook nog miljoenen wilde bijen en andere bestuivers in nood. Zo kunnen we zonder kosten of milieuimpact en een minimum aan moeite toch met dit bijzondere zoogdiertje samenleven.
Zijn mollen helemaal niet gewenst (bv op voetbalvelden), dan valt het te overwegen om een mollennet in te graven onder de grasmat. Mollen kunnen dan geen aarde meer naar boven duwen en worden zo uit de grasmat geweerd.
Wist je dat?
-
Hopen van woelratten er heel gelijkaardig uitzien? De uitgegraven aarde is bij woelratten fijner van structuur en de opening naar de gang bevindt zich gewoonlijk naast de hoop in plaats van er midden onder.
-
Mollen na het graven eerst een koprol doen in hun gang om dan de aarde voor zich uit weg te duwen?
-
Mollen ooit bijna uitgeroeid waren in delen van Europa omdat het bont zo geliefd was voor de vilten hoge hoeden? De mol is nog steeds een beschermde diersoort in Duitsland en Oostenrijk, maar ook in het Brussels gewest.
-
Je aan de hand van de afstand tussen de molshopen kunt inschatten hoe diep de gang zit? Hoe langer de tussenafstand, hoe dieper de gang onder de grond zit.
Meer info
Meer weten over samenleven met de mol? Bekijk de brochure Samenleven met de mol of de website van de Natuurpunt Zoogdierenwerkgroep. Informatie over het leven en de verspreiding van de mol vind je op de website van Natuurpunt.
Auteur: Diemer Vercayie (Natuurpunt Zoogdierenwerkgroep)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief