Afbeelding
Martin Hermes

Moleculair onderzoek doet onthulling in het zwammenrijk

17 mrt 2016
Categorieën
Natuurbericht

Morieljes behoren tot de best gekende paddenstoelen, enerzijds door hun opvallende uiterlijk en anderzijds door hun culinaire waarde. Toch is het op naam brengen van de 4 soorten morieljes die in Vlaanderen voorkomen niet zo eenvoudig. Vooral omdat er in het verleden nogal wat discussie was over de afbakening van de soorten. Recente moleculaire studies scheppen hierover duidelijkheid.

Morieljes zijn voorjaarspaddenstoelen die vrijwel uitsluitend in het voorjaar groeien (van maart tot  mei). Het zijn paddenstoelen die behoren tot de zakjeszwammen (ascomyceten) en ze leven als opruimer (of saprofyt) van organisch materiaal in de bodem. Morieljes zijn eetbaar na bereiding, rauw zijn ze giftig. Er is ook gevaar voor verwarring met de algemenere Voorjaarskluifzwam die giftig is. Morieljes komen in hoofdzaak in het noordelijk halfrond voor, in mindere mate in Noord-Afrika en ze zijn zeer zeldzaam in de tropen.

Afbeelding
4780720kegelmorielje_leo_janssen.jpg

Kegelmorielje wordt dikwijls gevonden op houtsnippers (foto: Leo Janssen)

De Gewone morielje komt voor in loof- en gemengde bossen, parken en tuinen. Het is een vrij algemene soort in de duinen, in het binnenland is hij zeldzamer en te vinden op plaatsen met kalk in de bodem. Kegel- en kapjesmorieljes verschijnen vaak in tuinen en parken, op omgewerkte bodem. Kegelmorielje wordt dikwijls opgemerkt op houtsnippers. Vroeger werd ook de Tuinmorielje als volwaardige soort beschouwd, die leek op een iets forsere, minder spitse Kegelmorielje. Nu blijkt Tuinmorielje geen aparte soort te zijn, maar een vorm van Kegelmorielje.

Er waren in het verleden grote contrasten wat het aantal Europese morieljes betreft: de lumpers (= taxonomen die een breed soortconcept hanteren) erkenden 3 soorten en de splitters kwamen aan 30 tot zelfs 52 soorten. Recent werd op basis van moleculair onderzoek een revisie opgemaakt (Richard et al., 2015) met 21 Europese morieljes. Daarvan komen er 4 voor in Vlaanderen: Gewone morielje, Kapjesmorielje en Kegelmorielje worden vrij gemakkelijk van elkaar onderscheiden. Nieuw is het uiteenvallen van Gewone morielje in twee soorten: één waarvan de hoed wat kegelvormiger of conischer is en donkergrijze, onregelmatige afgeronde ribben heeft die soms roze verkleuren: Morchella vulgaris of Hersenkronkelmorielje (voorstel nieuwe Nederlandse naam). Sinds de start van het moleculair onderzoek van de paddenstoelen komen wel meer morfologische inzichten op losse schroeven te staan.

Daarnaast is er de Gewone morielje (Morchella esculenta), die een bleke, oker tot donkerbruine hoed heeft met regelmatige ribben die een oranjerode tint of vlekjes kunnen krijgen. De steelbasis van de Hersenkronkelmorielje is sterk verdikt en gegroefd, die van de Gewone morielje is licht verdikt en gevoord. Deze twee soorten in het veld uit elkaar houden, blijkt niet zo eenvoudig.

Meer lezen over deze vier morieljes kan in Sporen 8(4). Om nog meer boeiende artikels in het vakblad Sporen te lezen kan je lid worden van KVMV.

Wie meer wil weten over andere ascomyceten is welkom op zaterdag 19 maart in Leuven voor de 25ste Vlaamse mycologendag. Specialist Bernard Declerq geeft hier een overzicht van de nieuwe vondsten voor Vlaanderen in 2014 en 2015 en stelt in primeur de Standaardlijst voor de ascomyceten voor. Deze geeft een overzicht van de ascomyceten die tot hiertoe werden waargenomen in Vlaanderen en de huidige taxonomische inzichten.

Tekst: Roosmarijn Steeman, Natuurpunt Studie
Foto: Martin Hermes & Leo Janssen