Het aantal waarnemingen van Dwergmuizen ligt nog veel te laag. Nochtans hebben we die informatie nodig om meer te weten te komen over de toestand en verspreiding van de kleine muis. Een geschikt moment, nu heel wat velden gemaaid worden.
Zijn naam verraadt het al: de Dwergmuis is een kleine muis die niet groter wordt dan 8 centimeter en slechts 12 gram weegt. Daarmee is het meteen het kleinste knaagdier in Europa. Opvallend is de lange soepele grijpstaart, waarmee de muis behendig tussen de grasruigtes klimt. Zo kan je deze acrobaat spotten terwijl hij zich enkel met zijn staart aan een grasstengel recht houdt en ondertussen met zijn voorpoten voedsel naar binnen speelt. Ook hun nestjes getuigen van ingeniositeit. Uit nog levende en ingewortelde grassen vlecht de dwergmuis een bolvormig nestje van een stevige tennisbal groot, tot een meter boven de grond; een zwevend huisje dus. In de zomer raakt de muis zelfs bijna nooit de grond. De Dwergmuis komt verspreid over heel Vlaanderen voor. Het liefst van al vertoeft het diertje in hoog gras, ruigtes of graan- en rietvelden. Erg veeleisend is de Dwergmuis niet, zolang het maar gaat om grasachtige ruigtes. In goede jaren zijn er ook individuen die uitwijken naar goed ontwikkelde bosranden met braamstruiken.
Toch weten we nog te weinig over de soort. Er gebeuren niet genoeg waarnemingen om te kunnen zeggen hoe goed of slecht de muis het doet in Vlaanderen. Aangezien heel wat muizensoorten erop achteruitgaan, kunnen we vermoeden dat ook de Dwergmuis het niet makkelijk heeft, maar zeker weten we dit niet. Ook over zijn verspreiding in Vlaanderen en België is nog te weinig bekend. Elke waarneming is dan ook meer dan welkom.
Alleen is het niet zo eenvoudig om in deze periode de Dwergmuis en zijn nestje op te merken. Aangezien ze hun nestjes maken van nog levende (dus groene) grassen, zijn de nestjes haast onzichtbaar tussen het andere groen. Pas in het najaar, wanneer de grassen en bladeren verdorren, vallen de nestjes beter op. Bovendien is het dier vooral ‘s nachts actief en houdt het zich graag verscholen in dichtbegroeide vegetatie.
Toch bieden ook de zomermaanden kansen om op zoek te gaan naar Dwergmuizen of hun nestjes. Vooral in juli en september worden hooilanden, graslanden, akkers en andere ruige vegetaties gemaaid. Dat is nodig voor het beheer van onze natuur, maar niet zonder risicovoor de Dwergmuizen, die zich net in die periode voortplanten. Vaak worden hun nesten dan ook mee uitgemaaid. Waarschijnlijk kan de soort dergelijke occasionele verliezen aan: Dwergmuizen zetten namelijk vier keer per jaar drie tot acht jongen op de wereld. Maaiwerkzaamheden zijn hoe dan ook een goede gelegenheid om op zoek te gaan naar (sporen van) dwergmuizen.
Grafiek: Dwergmuizen worden vooral waargenomen na het maaien, in juni-juli en september-oktober.
Aan alle beheerwerkers dus een warme oproep om extra te letten op de Dwergmuis of hun nesten tijdens de maaibeurten. Door de uitzonderlijk hoge temperaturen zijn her en der al vlaktes gemaaid. Maar het is nog niet te laat om op zoek te gaan naar sporen. Geef daarom je waarnemingen door via www.waarnemingen.be.
Doe je geen beheerswerken maar wil je toch graag iets doen voor de dwergmuis? Laat gewoon het kruid in de hoekjes of randen van je tuin staan en wie weet vlecht er wel een dwergmuis zijn nest. Vergeet dan zeker niet op zoek te gaan naar de kleine muis en je waarnemingen in te sturen. Zie je het kruid toch liever verdwijnen? Maai het dan in september, wanneer de muizen er geen last meer van hebben. Ook vanuit bepaalde gemeente- en provinciebesturen geeft men soms de opdracht om wegbermen in twee beurten te maaien; eerst de ene helft, later de andere helft. Zo krijgen dieren nog de kans om te verhuizen naar andere oorden.
Foto: Maarten Jacobs
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief